Start
Redactie
Mijmeringen
Over de Beemster Bengel
Nieuwsarchief
Gastenboek
 

Egypte, het land van Hamáda en Salah

Beemster, 12 april 2009 - En dan sta je na al de bijzonder chaotische taferelen, die zich op het vliegveld van Hurghada afspeelden, op de trap naar het vliegtuig van Transavia, dat ons naar Holland terug zal brengen... De Nederlandse stewardessen begroetten er ons gedisciplineerd. Een treffender vergelijk met het land dat we verlieten met zijn duizenden jaren beschaving en voor het oog van toeristen 'mannenmaatschappij', kon bijna niet. Tijdens onze hele reis hebben we geen vrouwelijk personeel ontmoet. Dus nog voor de wielen van het vliegtuig de Nederlandse bodem hadden geraakt, was de reis naar Egypte, het land van Hamada en Salah eigenlijk al ten einde. Hamada en Salah
   
De 15-daagse rondreis in het kort
Het vliegtuig landde op het vliegveld van Hurghada, waar we de eerste nacht doorbrachten. Van daaraf werd per bus de rit naar Luxor gemaakt, waar ingescheept werd voor een 6-daagse cruise naar Assuan v.v. Na zes dagen varen gingen we met de nachttrein naar Caïro en van daaruit weer terug naar Hugharda en het vliegveld.
Tijdens de rit naar Luxor gin de bus door een welhaast onafgebroken landschap van woestijnen en gebergte. Maar ook passeerden we een uitgestrekt landbouwgebied, dat mogelijk werd gemaakt door een groot irrigatiekanaal. Daar komen onze spercieboontjes dus vandaan.
Het was een prachtige reis naar een land vol tegenstellingen...
Het voert te ver om alle belevenissen en excursies naar de Egyptische bezienswaardigheden op te sommen. De waaier van kaartjes van de bezoeken aan vele indrukwekkende tempels en koningsgraven vertellen het al in één oogopslag:
   
  • Drie graven in het dal der koningen
  • De tempel van Horus
  • De tempel van Isis
  • Kom Omba met de dubbele tempel van Sobek
  • De Edfu tempel
  • De Al-deir al-Bahari tempel
  • De Philae tempel
  • De tempels van Luxor
  • Het Luxor Museum
  • Abu Simbel
  • Drie oude kerken in Caïro
  • De piramides van Gizeh
  • Het Egyptisch Museum
  • De tempel van Karnak
   
Farao's
Kortom te veel om in dit kader allemaal met foto's te belichten, maar bovendien ook veel te veel aan informatie om het allemaal op 'de harde schijf' op te slaan. Het duizelde ons van de in totaal 31 faraodynasties, te beginnen bij Narmer 3080 - 3040 vC. tot Ptolemaeus Caesar (44-30 nC.) waarmee onze gids Hamada ons bijna letterlijk om de oren sloeg. Terug van de reis kon op internet gelukkig nog veel rustig nagekeken worden.
Vooral Ramses II (130 -1213 v. C.) moet een mannetjesputter zijn geweest, getuige de vele door hem gevoerde oorlogen, waarover de hiërogliefen op de tempelmuren en -zuilen verhalen.
In die lange regeringsperiode bouwde hij overal vele tempels, waaronder de Abu Simbel tempels: één voor zichzelf en één voor zijn wonderschone vrouw Nefertari.
   
Deze tempels van Abu Simbel werden bijna onder water gezet ten tijde van het bouwen van de Assuandam. Door ze met moderne techniek maar liefst 90 meter omhoog te halen konden de beide tempels gelukkig worden gered (1964-1968).
De toeristen voor de tempel geven een indicatie welk een enorm karwei dit moet zijn geweest. Maar dat is natuurlijk bij lange na niet te vergelijken met de werkzaamheden tijdens de bouw van al die enorme tempels duizenden jaren voor Christus.
In de koningsgraven mocht niet gefotografeerd worden. Door middel van een aangeschafte kalender kan toch het binnenste van een graf van Ramses IV in Het Dal der Koningen hier worden getoond.
   

Isisgebeiteld verhaal Godenwereld
Ook over de godenwereld wist Hamada veel. Zo vertelde hij aan de hand van één van de gebeitelde boeken op de muren het verhaal van Isis en Osiris.
Dit verhaal, zoals hij het vertelde, is op internet terug te vinden.
(klik op plaatjes l. en r. )

   
Steen van Rosetta
Alle verhalen op de tempels en andere geschriften op papyrus konden pas gelezen worden na de vondst van de Steen van Rosetta in 1799. In 1821 werd het schrift ontcijferd door Fransman Jean-François Champollion. Er moet voor de geleerden een wereld zijn opengegaan. Er worden trouwens nog steeds nieuwe tempels en graven onder het zand aangetroffen. Geschat wordt, dat er nog 2/3 deel van alle graven uit de oudheid onder het zand zitten. Nieuwe vondsten leveren natuurlijk ook weer een schat aan informatie op over de geschiedenis van Egypte. (klik plaatje rechts) Een reproductie van de steen van Rosetta was te zien in het Egyptisch Museum in Caïro.

   

Egypte wil uiteraard de oorspronkelijke steen, die zich nu in een museum in Londen bevindt, terug. Dat heeft nogal wat voeten in aarde. Zoals het museum nu is ingericht, moet met het overbrengen van dit unieke voorwerp maar even gewacht worden tot het nieuw te bouwen Egyptisch museum klaar is. Want dit zo belangrijke artefact moet met alle zorg kan worden bewaard voor de toekomst.

Tutanchamon (plm. 1850 v.Chr.)
Het Museum herbergt echter wel in de schatkamer het officiële dodenmasker van Tutanchamon, die eigenlijk met zijn 19 jaar nog een onbelangrijk koning was. 'Toet' is nu, bijna drie duizend jaar na zijn dood, door het vinden van zijn door grafrovers nauwelijks geplunderde graf met zijn vele grafgiften zeer belangrijk geworden. Het aanschouwen van dit dodenmasker is werkelijk adembenemend.
   
Opgravingen
De gezichten van de overledene moesten op de dodenmaskers heel natuurgetrouw geschilderd worden, bijna fotografisch kun je wel zeggen. In het Egyptisch museum zagen we meerdere dodenmaskers, waaronder dat van een jong meisje, dat bijzonder ontroerde: zo mooi en dus zo jong en zo'n drie duizend jaar geleden al gestorven. Het nieuwsbericht van 12 april, na onze thuiskomst, deed die herinnering terugkomen. Op internet vond ik een ook al zo ontroerende afbeelding van een gezicht, van een even zo lang geleden overleden jongeman.
   
Een beschilderde mummy, zoals ze zien in het Egyptisch museum Egyptische dienst doet grote archeologische vondst
(nieuws van 12 april 2009)
Een team Egyptische archeologen heeft ten zuiden van Kaïro een necropolis met tientallen turquoise, oker en verguld geschilderde mummies ontdekt. Dat heeft Zahi Hawass van de Egyptische oudheidkundige dienst zondag 12 april bekendgemaakt. Sommige van de mummies zijn 4.000 jaar oud.
Het team heeft in 53 in de rotsen uitgehakte tombes tientallen mummies ontdekt. Vier daarvan dateren van de 22ste dynastie (931 tot 725 v.Chr.) Sommige worden beschouwd als behorend tot de mooiste ooit ontdekt. Andere omwikkelde lijken dateren uit het Middenrijk (2061-1786 v.Chr). De mummies zijn goed bewaard.
De necropolis werd ontdekt nabij de piramide van Ilahun, in de Fayyum ten zuiden van de Egyptische hoofdstad. Er werd ook een begrafeniskapel ontdekt, die waarschijnlijk in gebruik is geweest tot de Romeinse bezetting (vanaf 30 voor Christus). Voorts werden ook geschilderde maskers, amuletten en aardewerk aangetroffen.
   
Hamada
Natuurlijk was er veel meer te zien en te genieten, namelijk van de Egyptenaren zelf. En daar was dan in de eerste plaats onze gids Hamada: een zeer intelligente jonge man. Hij had de geschiedenis van zijn land gestudeerd en daarna Italiaans, Engels en Nederlands. Om dat Nederlands in de praktijk te kunnen brengen, was hij gaarne gids in ons gezelschap. Heel leergierig was hij ook. Op een avond kwam hij op het dek van het cruiseschip bij ons zitten en vroeg of hij wat uit een boek mocht voorlezen en of wij dan zijn uitspraak wilden corrigeren. Want daar was hij zich wel van bewust, dat die niet helemaal 'Haarlems' was.
Rustig was bij hem bijvoorbeeld 'roestig' en 'muur' sprak hij uit als 'moer'. Woorden met een 'eu' vond hij helemaal moeilijk om uit te spreken. We legden hem uit, dat er ook in de Beemster problemen met deze klank zijn en gaven een echt Beemster schoolvoorbeeld, namelijk de vraag of de 'eu' nu die van 'Teun' of van 'duif' is. Maar de klinker in het woordje 'dus' kwam er bij Hamada wel goed uit. IJverig deed hij zijn best om de verbeteringen in zijn praatjes mee te nemen. Een woord dat heel veel voorkwam tijdens zijn rondleiding was natuurlijk 'kroning'. Dat heb je natuurlijk met zoveel koningen, die elkaar opvolgden in al die 31 dynastieën. Het was bij hem 'coronation', maar het nieuwe woord nam hij meteen over.
Het monument voor Nasser op de Assuandam Hamada vertelde dat hij getrouwd was en een zoontje van anderhalf, Josef genaamd, had. Tijdens het korte verblijf van drie dagen in Caïro kon hij 's avonds even naar huis. D.w.z. anderhalf uur heen en anderhalf uur terug. Tijdens de busreis liet hij glunderend een foto van zijn vrouw in bruidsjapon zien. Hij was hard aan het sparen voor een eigen huis. Nu woonde hij nog op de bovenverdieping van het huis van zijn ouders. Maar ook zijn broer ging trouwen en dus moest de zaak opschuiven. De grond had hij al gekocht, maar er moest een klein wondertje gebeuren om zijn aflossing op tijd te kunnen betalen.
Hamada was heel vriendelijk naar de mensen in het gezelschap toe en vond het ook leuk om tussen de Nederlanders te bivakkeren, zodat alle dames in het gezelschap Hamada wel als schoonzoon in de armen hadden willen sluiten.
Over het algemeen hebben de Egyptische mannen (vooral de jonge) een zeer aantrekkelijk voorkomen. Maar deze twee geheimzinnige figuren waren ook het bekijken waard. Ze zaten als controleurs in een tempel.

Veiligheid

Overigens bleek overal toeristenpolitie aanwezig. Men is als de dood zo bang, dat deze bron van inkomsten zou opdrogen door nog meer aanslagen. Zelfs tijdens de vier uur durende dollemansrit door de woestijn naar Abu Simpel gingen de bussen in konvooi met politiebewaking.
   
Naar school
We kwamen heel veel over Egypte door Hamada aan de weet. Onder meer dat meisjes, net als jongens naar school 'mogen', maar het is niet bij wet verplicht.
Toch hebben we kinderen die snuisterijen probeerden te verkopen (bijvoorbeeld bij Gizeh) gevraagd waarom ze niet op school zaten. De scholen in Egypte zijn 's morgens en 's middags gaan ze toch wat proberen te verdienen, kregen we dan in keurig Engels te horen van nog heel jonge kinderen. Op de scholen wordt Engels namelijk vanaf de basisschool onderwezen.
   
Nubisch dorp
Tijdens een excursie naar het Kirchner Eiland, waar ook prachtige botanische tuinen zijn, nam Hamada ons ook mee naar een dorpsschooltje in een Nubisch dorpje. Een jonge vrouw met een baby op de arm stond voor de klas en liet de kinderen (6 jr) hardop van het bord woordjes eerst in het Egyptisch en daarna in het Engels opdreunen. Het was een armoedig lokaaltje met de kinderen dicht op elkaar geplakt. Maar er heerste een ijzeren discipline.
   
Leven tussen de doden
Overigens zijn er kinderen genoeg in Egypte. Er worden er jaarlijks één en een kwart miljoen geboren. Er bestaat ook een groot gebrek aan huizen. Al wordt er overal als een gek gebouwd, hier kan men niet tegenop. Geboortebeperking wil men niet aan.
De woningnood is zo groot, dat in de miljoenenstad Caïro met zijn 1100 minaretten, mensen tussen de doden op het kerkhof wonen. Het kerkhof van Caïro is een heel uitgestrekt gebied in de stad. Zo'n kerkhof telt allerlei vervallen gebouwtjes. Omdat er mensen wonen is er ook elektra, televisie en water en cafeetjes om de hoek.
 
Maar arm of rijk... alle vaders zijn gek op hun kinderen.
   
Kamelen, krokodillen en koeien
Het Nubische dorpje met de blauwe huizen als bescherming tegen de warme zonnestralen, had centraal een dorpsplein, net als in Middenbeemster de Marktpleinen, maar hier geen paaltjes ter herinnering aan de voormalige stierenmarkt. Er lagen wel kamelen die met de toeristen graag een rondritje wilden maken.
We kregen een rondleiding in één van de grote huizen met meerdere kamers, want oma woonde natuurlijk ook bij de familie in. In de badkamer bleek in de badkuip een echte krokodil te bivakkeren. "Ter bescherming van het huis," noemen ze dat. Dit was nog maar een kleintje van een centimeter of veertig.
   
Als de krokodillen te groot zijn voor de badkuip worden, worden ze uitgezet in het grote Nassermeer. Het moet daar dus wemelen van de krokodillen.
We vroegen Hamada ook hoe het met de Nederlandse koeien staat, die indertijd naar Egypte zijn gestuurd. Nou, die bleken het volgens hem best te maken: twintig liter melk per dag! We vertelden hem over de huldiging van koeien in Nederland, die 100.000 liter geleverd hebben. Dat vond hij onvoorstelbaar veel. Maar ja, wat wil je in zo´n droog en warm land met weinig sappige weiden. Alleen langs de Nijl zie je wel eens wat koeien grazen, maar misschien waren het ook wel waterbuffels en erg vet zagen ze er ook niet uit.
   
Cruise
De reis omvatte zes dagen op een cruiseschip van Luxor naar Assuan v.v. Heerlijk genieten van de zon op het zonnedek en het landschap aan je voorbij zien trekken. In de huisjes van de Egyptenaren daar zou je niet in willen wonen! Maar het leven kabbelde er genoeglijk voort. Geiten, ezels en schapen liepen er los rond en kinderen speelden onbezorgd. De vruchtbare streek langs de Nijl is niet breed en overal begrensd door gebergte en woestijn.
Onderweg passeerden er talloze andere cruiseschepen, die met luid getoeter werden begroet.
 
's Morgens in alle vroegte werd de motor aangezet en de boot voer door tot het middaguur. We passeerden de faluka's, typische Egyptische zeilbootjes en in het riet waren mannen bezig hun kostje te verdienen. Het sappige riet werd als stro, maar ook als voer aan de beesten aangeboden.
Lag het schip aangemeerd, dan was het passagieren geblazen; er was genoeg te zien. Overal rijen koetsjes, met broodmagere paardjes. Straatkooplieden probeerden kooplieden hun waren te slijten en ze waren behoorlijk zeer hardnekkig. Vaak liepen ze een heel stuk achter je aan met hun ansichtkaarten, tassen, hemden, T- shirts, bijouterieën, water... Maar ook een vaartochtje met een faluka of zelfs een helikoptervlucht kon geregeld worden.
Soms boden ze een langs de weg geplukt bloemetje aan in de hoop wat geld te krijgen.
De plaatselijke brandweer had zijn blusspullen buiten gezet en overal waar je keek: bij de boten, de tempels en waar maar de toeristen zich zouden kunnen begeven vertegenwoordigers van de toeristenpolitie.
Ja, de toeristen werden wel in het oog gehouden. Hoewel ze vaak op hun plekje in de schaduw echt de ogen even sloten, voelde het toch veilig aan.
   
Langs de kaden een bazar met bonte marktkramen. In Luxor bood het dek van het cruiseschip bovendien uitzicht op het grote tempelcomplex, dat zich eertijds 3 km uitstrekte. Thans wordt hard gewerkt aan een reconstructie ervan. Het moet een heel groot openlucht museum worden.
 
een pompoen als buffetversiering De bedden werden bijzonder fraai versierdVerwennerij
Aan boord van het cruiseschip was het verwennerij. Lekker luieren dus op het zonnedek, waar om half vijf in de middag tea-time gehouden werd met heerlijke koekjes en cake.
Aan tafel lopend buffet van Egyptische gerechten. Vooral het nagerecht, dat uit heerlijke taarten bestond, was niet te versmaden, evenals de prachtig opgesierde slaschotels.
Omdat was gewaarschuwd van het nuttigen van ongekookte groenten en fruit af te zien wegens mogelijke besmetting, konden we er helaas alleen maar watertandend naar kijken.
Ziek wil je uiteraard niet graag worden tijdens zo'n bijzondere reis! Toch voelden op een morgen maar liefst zes leden van de groep zich niet lekker en het zouden er tijdens de verdere reis nog meer worden.
Al het personeel aan boord bestond uit (jonge) mannen, allemaal erg aardig en gedienstig. Er was een kunstenaar aan boord, dat voor de buffetdecoratie prachtige beelden uit meloenen sneed, maar ook in de hut werd met handdoeken aan 'beeldhouwkunst' gedaan.
   
Parlevinkers
De Nijl kent hoogteverschil en dus moest er op een bepaald punt geschut worden. Voor het schip door de sluisdeuren kon varen, was daar hèt moment voor de parlevinkers met hun praampjes vol kleding en handdoeken. Het was een gekrioel van scheepjes en schreeuwende mannen: 'Eén euro maar!' Als iemand belangstelling toonde werd de koopwaar in een plastic zak gestopt en soms precies op het bovendek van het cruiseschip gemept. Die ene euro bleek eigenlijk slechts de prijs om er naar te mogen kijken. Bij de aanschaf van een handdoek bleek het bedrag wel vijf euro (nog goedkoop!) te zijn. Ging de koop niet door, dan volgden de pakjes volgden de weg terug, waarbij ze meestal uit het water moesten worden opgevist.
 
Overal probeerde men wel wat van de 'rijkdom' van de toeristen af te snoepen. Een koopman van shawls liet zich meeslepen aan de faluka, waarmee we een uitstapje maakten. Ook werden overal door diverse personen, zelfs toeristenpolitie, heimelijk plastic zakjes met drugs aangeboden, dus ook aan oude dames!
in Gizeh werd een beeldje, gesneden uit kamelenbot in de vorm van een piramide, aangeschaft. Dit is het enige koopvrouwtje, dat op straat een soort lampionnetjes verkocht. Zo lekker in de schaduw viel ze amper op.
   
Verkooptechnieken
Opmerkelijke verkopers ontmoetten we tijdens een bezoekje aan een fabriek waar parfum in alle geuren en smaken ter beoordeling op armen en handen werd gedruppeld en ingewreven. In de hal van de parfumfabriek werd een demonstratie glasblazen van die snoezige parfumflesjes gegeven.
Ook was er een fabriek waar beeldjes van onyx werden gemaakt. Het was daar een vrolijke ontvangst, want er werd een hele voorstelling met zang en dans gegeven.
In een derde fabriek werd een demonstratie papyrus maken gegeven. Er kon natuurlijk ook een mooi schilderij worden aangeschaft.
De Nederlandse groep zal wel als vrekkig zijn ervaren, want niemand bleek behoefte te hebben aan de aanschaf van deze artikelen.
   
   

Sieraden
Een mooi staaltje van een verkooppraatje was die van sieradenkoopman midden op de Nijl. Hij had zich van een plekje aan boord van onze feluka verzekerd. Op de bank onder een kleedje was een grote sortering sieraden verstopt, zogenaamd gemaakt door de vrouwen van het Nubische dorp, dat we zouden bezoeken. Met veel tromgeroffel, handgeklap en gezang wist hij de opvarenden van het schuitje in welhaast hogere sferen te brengen.
Daarna kwam de aap uit de mouw. Door het nu goedgestemde humeur van de opvarenden deed hij werkelijk goede zaken.

Overigens hebben we op snuisterijkraampjes overal dezelfde sieraden gezien. Maar ja, de man had een goede dag, al deed hij zich voor of er niets op verdiend werd. !
   
Rit met de calèche
Er waren enkele alternatieve attracties, die niet in het reisprogramma waren opgenomen. Zo'n alternatief was een ritje met de calèche door Luxor. Daarin was het 'echte' leven van de Egyptenaar te zien in de 'achterafstraatjes'.
De grote hitte van de dag was al minder geworden toen we in het licht van de ondergaande zon een koetsje beklommen.
De rit zou over de markt voeren en langs de resten van het enorme voormalige tempelcomplex van Luxor. De beschadigde granieten dierenbeelden, die eertijds een kilometerslange ererij naar de tempel vormden waren opgesteld, lagen her en der in de openlucht opgeslagen.
De tapijten hingen buiten te luchten  
   
en ergens zomaar op de weg zaten vier mannen aan een tafeltje gezellig te kaarten; iemand stond in de open lucht te kokkerellen
We zagen manden vol met zielige kippen, maar ook kramen vol tomaten, citroenen en andere vruchten en er liepen schurftige honden, ezels en geiten los door de straat.
Bij de lappenkraam naast de zelf slachtende slager zat de boel plotseling muurvast, omdat in deze straat, waar alleen eenrichtingsverkeer mogelijk was, de rijen koetsjes van beide kanten een file vormden. Er kon niet voor en niet achteruit gereden worden. Goede raad was duur en er werd lang over beraadslaagd. Maar tenslotte tilden twee potige mannen ons koetje bij de wielen op en op de millimeter kon de rit toch weer vervolgd worden.
   
Caïro
Op diezelfde avond werd in een smoezelige slaaptrein (hoewel het beddengoed schoon was) het traject naar Caïro afgelegd.
In Caïro zijn grote pottenbakkerijen gevestigd. We bezochten drie heel oude kerken, waaronder een koptische kerk. In de galerij waren prachtige moderne mozaïeken aangebracht, zoals die van de uittocht van de Joden uit Egypte.
Natuurlijk ook een bezoek aan een moskee, waar de dames verplicht werden groene soepjurken aan te trekken. Hamada, zelf Moslim, vertelde over de Islam en hoe goed dit geloof wel is. Ja, als alle moslims zich aan de geboden zouden houden, dan hoefden we in Nederland zeker niet te vrezen voor extremistische aanslagen. Maar de geschiedenis heeft getoond, dat ook de Bijbel vaak niet serieus werd en wordt genomen.
   
   

De laatste dag in Hurghada
Terug uit Caïro wachtte nog een excursie naar een bedouïenendorp in de woestijn. Dat betekende een uur met jeeps door een desolaat decor hopsen. Nog erger dan de bus naar Abu Simbel en zeker geen pretje. In het dorp aangekomen zat in één van de hutten een gesluierde vrouw een soort pannenkoekjes te bakken op een gloeiende plaat. Daarbuiten was het eveneens gloeiend heet. Er was een zo goed als lege waterput, want het had er sinds 1996 niet meer geregend. Het water dat er nog in restte, was te zout voor menselijke consumptie, maar kamelen scheen dat niet te deren. Er scharrelden smoezelige kindertjes, wat zielige kippetjes en een ezeltje rond en er werd thee in minibekertjes rondgedeeld.

 
In dit klimaat wil natuurlijks niets groeien zonder irrigatie en water voor beregening was niet voorhanden. Toch was er een kruidentuintje met enkele zielige boompjes en struiken, beschermd met een rietmat en prikkeldraad. Kamelen lusten natuurlijk ook wel een groen blaadje. Tot onze verrassing bespeurden we in die woestijn toch een bloeiende oleander als een kleine oase.
Een ritje op een kameel was trouwens in de excursieprijs inbegrepen en daar werd door een aantal reisgenoten gaarne gebruik van gemaakt, al was het maar voor het maken van een foto.

Er werden in een andere tent tapijtjes en tasjes geweven. Het weefgetouw daarvoor was heel primitief; een deel stond helemaal buiten de tent.
Dit leven zou niemand van ons gezelschap zich willen wensen en we waren allemaal blij dat we na de opnieuw wilde rit door de woestijn weer in het hotel terug waren.

De dag daarop was het inpakken en wegwezen; terug naar Holland.
   
Salah Elnady
De centrale figuur van de reis was Salah, de eigenaar van reisbureau Zamalektours (salahelnady(@hotmail.com). Hij was een ware steun voor de Nederlandse reisleiding, want hij wist uiteraard de weg. Hij regelde alles, zoals de toegangskaarten voor de bezienswaardigheden. Vooral bij het geldverkeer speelde hij een onmisbare rol waarbij hij gaarne optrad als geldwisselaar. Dit werd door onze reisgenoten best gewaardeerd, want meerdere pinautomaten weigerden de pinpassen. Bijvoorbeeld die van de RABO bank. (Een pinpas van Fortis gaf trouwens geen enkel probleem). Goed dus, dat we Salah hadden. Hij zorgde er voor dat het ons, dus 'zijn' gezelschap aan niets ontbrak.
Met wakend oog inspecteerde hij de lunch- of dinertafel en kwam persoonlijk aan iedereen vragen of hij/zij het wel naar de zin had.
Eén keer werd hij vreselijk boos op de bediening van het hotel in Caïro. Zijn ogen leken wel vuur te schieten, gelijk een echte farao! Het was toch wel te gek, dat een zo groot hotel voor een groep van 26 reisgenoten geen bordjes, kopjes, thee, koffie of brood meer op tafel had staan. De bedrijfsleider kroop helemaal in zijn schulp en beloofde beterschap. En waarlijk, de volgende ochtend was er meer dan overvloedig gedekt en werden de drankjes langsgebracht.
Ook kende Salah blijkbaar iedereen en wist overal leuke restaurantjes en koffiehuisjes te regelen. Vanaf de voorplaats in de bus regelde hij onophoudelijk per gsm afspraakjes. Zo kwamen we ook in het kattencafé terecht, waar we de vijf huiskatten vreselijk stoorden door hun plekje in de zon op te eisen voor een koffiestop.
   

Hollandse reisleiding
En dan last, but not least onze reisleiding Jan de Bruijn en zijn assistente Ingrid Wold van Drietour Reizen in Driebergen. Ze hadden een gezelschap van 24 reizigers onder hun hoede. Een niet al te grote groep dus.

De ervaring van onze reis in 2008 naar Israël was reden geweest deze reis naar Egypte weer bij Drietour te boeken. En net als vorig jaar was alles weer tot in de puntjes geregeld: een reis helemaal all-in tot de fooien aan toe. In een land waar men de taal totaal niet verstaat of spreekt, was dit heel prettig.